Speurwerk 1
De kunstschilder Jan Adam Zandleven (1868 – 1923)
Juli 2013
Met een map vol aantekeningen, vragen en adressen van hotels en archieven vertrokken wij naar Noord-Holland. Naast de start van een aan een hittegolf grenzende week, maakten wij een begin aan de verfijning en verdieping van al aanwezige informatie waarbij we in de archieven, voorzien van airco, nauwelijks in de gaten hadden hoe warm het buiten was.
Doel: informatie verzamelen over de kunstschilder, zijn leven en werk ten einde een biografisch verhaal over hem te schrijven.
Ids, (een achterneef van de schilder) heeft al heel veel informatie over zijn werk en achtergronden verzameld voor het virtuele museum www.zandleven.nl
Maar er zijn nog veel onbeantwoorde vragen en raadsels in de familie. We moeten de aandrang tot diep speuren bedwingen en dat valt niet mee als je tegenkomt dat een voorvader actief was als kapitein op één van de V.O.C. schepen waarmee hij o.a. Batavia en de Westkust van Afrika aandeed in verband met het slaventransport.
We blijven dichter bij huis en weten dat er naast blauw bloed ook crimineel bloed door de aderen der Zandlevens stroomde en een broer van de schilder heeft maar liefst drie keer in de gevangenis gezeten en is uiteindelijk als krankzinnige in een gesticht beland. Wat was dat met die man? Hoe kwam het zover?
Een andere broer stierf jong als gevolg van een alcoholverslaving. Hoe kwam dat?
Jan Adam heeft ondanks moeilijke beginjaren als kunstschilder harmonieus met vrouw en vriend geleefd. Wat was zijn kracht?
Maandag 22 juli trokken we naar Koog aan de Zaan waar Jan Adam opgroeide en zijn eerste huwelijksjaren doorbracht.
In Wormerveer dropten we onze koffers in een klein hotel aan de Zaan en liepen in Koog aan de Zaan door de straat waar Jan Adam geboren is en zijn hele jeugd heeft gewoond. Vader, moeder, broer Frits, zus Grietje, (Thomas, die slechts 3 maanden leefde en nog een Thomas, die het 9 maanden volhield) en het jongste broertje Johan ( de opa van Ids).
We maakten foto’s van de plek waarvan we dachten dat daar het huis en de kleine verffabriek van vader Zandleven moet hebben gestaan.
De archieven in Zaanstad en Haarlem waren vandaag gesloten dus gingen we terug naar Wormerveer en zochten een verkoelend plekje langs de Zaan.
Dinsdag op tijd op en op weg naar het Noord-Hollands Archief in Haarlem, locatie Kleine Houtweg. Hier was informatie over Frits, de krankzinnige broer, in het archief van het gesticht Meerenberg in Bloemendaal. Tot in detail vonden we terug waar hij gevangen had gezeten, in welke gestichten hij was opgenomen, de aard van zijn ziekte en zelfs een door hem zelf geschreven verslag over het verloop van zijn leven. De verslagen laten zien dat hij jaren aan zijn lot is overgelaten zonder pogingen verbeteringen aan te brengen in een ziekte waarvan de oorzaak wel werd herleid.
Omdat we mooi op tijd klaar waren, bezochten we ook de locatie aan de Jansstraat om daar in de registers van de burgerlijke stand en bevolking te achterhalen waar Jan Adam en zijn vrouw na Koog aan de Zaan nog meer hadden gewoond. Volgens informele informatie in Beverwijk en Wijk aan Zee.
Grappig dat ooit iemand (uit de tijd van Jan Adam) opgeschreven heeft dat het jonge paar in Beverwijk heeft gewoond. Dat is in alle later verschenen artikelen en monografieën overgenomen, maar klopt niet. Zij hebben daar nooit gewoond.
Verkoeling met een biertje op een Haarlems terras en vervolgens lekker eten aan het water in Akersloot.
Woensdag 24 juli
De archivaris in Zaanstad was zeer hulpvaardig en sleepte alles aan wat enigszins relevant was. We wilden precies weten hoe het gezin van Jan Adams jeugd er uit zag en checken of de informatie de we al hebben klopt.
Van de gestorven baby’s hadden we nog geen harde feiten en waar ze nou precies woonden in de Bestevaerstraat wisten we ook nog niet. Bovendien was er in 2004 in het tijdschrift ‘Zaans erfgoed’ een artikel geplaatst over de vriendschap van Jan Adam Zandleven en Jan Carbaat onder de titel ‘Kunstenaars van lang geleden: zijn ze vergeten?’ Aanwezig in het archief maar wonderlijk genoeg ontbrak dit nummer in de gebonden jaargang en kreeg een assistente de opdracht in een gesloten ruimte te zoeken naar losse nummers. In de vierde doos was het raak!
Een vergunningsaanvraag van Jan Adams vader voor een pakhuis op eigen terrein gaf niet alleen zicht op het Zaanse huis waar ze woonden maar ook op de plek in de straat, precies aan de ander kant van waar wij gisteren foto’s maakten omdat wij een plek bij het water zochten en niet wisten dat de achterliggende Sluisstraat de gedempte Koger Sluissloot was waaraan de verffabriek van vader Zandleven stond.
Nadat we om de hoek de straat van Jan Carbaat hadden bezocht ( het huidige fabrieksterrein van Duyvis), ontdekte Ids in het straatpatroon resten van de sluismuur. Intussen wandelden twee mensen voorbij waarvan wij een flard van de conversatie opvingen: ‘Dat ( De Waakzaamheid) is het oudste houten horecabedrijf van Nederland…’ Wij naar binnen en wonderwel kende het jonge meisje de hele geschiedenis van de sluis en liet een foto van het plan zien waarop de sluis in ere hersteld wordt.
Tevreden reden we naar Franeker waar we overnachting zochten in het stadslogement en deelnamen aan de gezelligheid op het terras van restaurant ‘De Doelen’.