Thomas Zandleven leefde van 1842 tot 1932. Zijn zoon Jan Adam leefde van 1868 tot 1923. Beide mannen hadden een grote ambitie en dat was werken met verf, maar ieder op zijn eigen manier. Thomas werkte zich op van schildersknecht tot verffabrikant. Jan Adam was een gedoodverfde compagnon en opvolger. Maar, Jan Adam had andere plannen en wensen en dat was zich bekwamen in de schilderkunst. Pas na een lange strijd met zijn vader wist hij zich los te maken van de fabriek. Hij heeft zich in het begin van de 20e eeuw, als autodidact, opgewerkt tot een kleine meester.
Waarom deze blog?
Ids Zandleven is een achterneef van de kunstschilder. Hij heeft een digitaal museum gemaakt dat dit jaar 25 jaar bestaat: https://www.zandleven.nl Ik ben Ria de echtgenote van Ids. Omdat Ids heel veel informatie over Jan Adam heeft, dacht ik ‘daar zit een mooi verhaal in.’ Toen bleek dat Thomas rond zijn 70e zijn levensbeschrijving had gemaakt, wist ik, dat moet een boek over vader en zoon worden. Dat boek zit inmiddels in de correctiefase. In deze blog willen we over het boek vertellen, maar ook over de expositie die vanaf medio oktober 2023 tot medio februari 2024 in het Stadsmuseum Rhenen te zien is. Dit is ter gelegenheid van het feit dat het 16 juli 100 jaar geleden is dat Jan Adam in Rhenen, waar hij woonde, overleed. Verder maken we een rondje langs de archieven waar we heel veel antwoorden op heel veel vragen hebben gevonden.
De aankondiging was dat het een feestelijke presentatie zou worden en dat is gelukt. De verwachting was dat er niet veel mensen zouden komen, maar dat was een verkeerde inschatting. Vrienden, familie, buren, collega’s van weleer, medewerkers van het Stadsmuseum Rhenen, leden van Deventer Literair en andere belangstellenden. Er moesten extra stoelen aangesleept worden die links en rechts in de winkel werden geplaatst. De wervende en interessante toelichting van Bep, de mooie voorleesfragmenten van Ids en de prachtige gedichten van Elsz die wonderbaarlijk mooi aansloten op de fragmenten.
Het uitreiken van het eerste exemplaar aan Alice van Diepen, niet alleen directeur van bibliotheek Deventer, maar ook iemand met grote affiniteit met kunst en ze heeft zelfs een tijd in Koog aan de Zaan gewoond. De plaats waar Jan Adam geboren en opgegroeid is.
En dan, de boeken werden onthuld en daar lagen ze dan, bijna eigenwijs tussen alle andere boeken. Een beetje onwerkelijk was dat wel. Een toast uitbrengen was hier op zijn plaats.
Zoon Peter-Anders komt goed van pas. Hij maakt professioneel een rondje met bubbels.
Het was even spannend of er mensen waren die het boek zelf wilden hebben. We hebben wel eens een boekpresentatie meegemaakt waarbij de schrijver niet eens aan de signeertafel hoefde plaats te nemen.
De dames van Stadsmuseum Rhenen. Zij hebben ter voorbereiding van de expositie het verhaal al gelezen en zijn er lovend over.
Maike Woldring, directeur van Stadsmuseum Rhenen. In dat museum komt vanaf 15 oktober een tentoonstelling met vooral werk van Jan Adam Zandleven en enkele tijdgenoten.
Collega’s Annet en Marianne
Tot slot de nazit bij Maxime waar de medewerkers vóór de presentatie al belangstelling toonden. Er na kregen we een fles Cava om uit schenken en vuurwerk op tafel.
Bep en Elsz, heel erg bedankt voor jullie inzet en betrokkenheid. Dat heeft zeker bijgedragen aan het succes van deze avond. De foto’s zijn van Frans Rentink. Frans bedankt man, dit vergeten we nooit meer en er is zoveel te bekijken!
Het boek ligt bij de drukker. Aan het eind van deze maand is het klaar. Op donderdag 15 juni is er een presentatie bij boekhandel Praamstra in Deventer. Op zaterdag 1 juli is er een presentatie in de verffabriek Zandleven in Leeuwarden. Eén en ander in samenwerking met het Historisch Centrum Leeuwarden. Op 16 juli hebben we een familiebijeenkomst in Rhenen. Dan is het precies honderd jaar geleden dat Jan Adam stierf.
We leggen een bosje Brem op zijn graf omdat dat het laatste is wat hij geschilderd heeft. Het boek wordt in het Stads Museum Rhenen aan de familie gepresenteerd. Tot slot drinken we een borrel bij ‘De koning van Denemarken’ omdat gasten van de Zandlevens daar vaak logeerden en omdat daar de hele inboedel van Zandleven geveild is.
We zijn verschillende keren bij de plekken en huizen waar Jan Adam Zandleven gewoond heeft, gaan kijken. Bij twee huizen zijn we zelfs binnen geweest. Dat was in Gorssel, ‘Boerderij de Smit’ en in Hengelo(G), ‘Het Hof’.
'De Smit' Gorssel vroeger
Gorssel nu
Dat waren leuke ontmoetingen omdat de mensen de geschiedenis van het huis kenden en ook wisten dat Zandleven daar ooit woonde. Er staat nog een huis op ons verlanglijstje en dat is ‘Villa Zandleven’ In Putten. We hebben de bewoners al wel gesproken en ook zij kennen de geschiedenis.
Hengelo 'Het hof' in de tijd van Zandleven
Later
Putten 'Villa Zandleven' in de tijd van Zandleven
Putten nu
De bewoners hebben belangstelling voor de interieurfoto’s die we van het huis in Putten hebben. Het huis is na een brand verbouwd, maar het is nog wel herkenbaar
Het leuke van het huis in Hengelo is dat toen de Zandlevens en Jan Carbaat (ook een kunstschilder) daar gingen wonen, heeft een vriendin, de vrouw van een belangrijke kunstkenner uit die tijd: Henk Bremmer, een verkenningstocht door het huis nauwkeurig beschreven. Dus toen we daar op de grote zolder kwamen, klopte dat beeld aardig. De familie Bremmer was er compleet met drie kinderen. In het boek staat het zo: De grote zolder die over het hele huis loopt zit vol geheimzinnigheden. Willy, de oudste van bijna 11, zei dat hier sprookjes echt kunnen gebeuren. Toen zij de plaats aanwees waar de wolf zich schuil hield, holderdebolderden de jongsten de trap af de tuin in. Dat was nog gevaarlijker dan de wolf want er lag een grote vijver. Die vijver is er niet meer en de tuin is nog steeds groot maar veel kleiner dan destijds. Op zolder lagen mappen en een doos vol informatie over ‘Het Hof’. het was achtergelaten door de vorige bewoners, de familie van den Brandeler. Dat die materialen op zolder lagen wisten de bewoners wel want ze hadden het na de overdracht naar zolder gebracht omdat er een grote restauratie op het programma stond. Waarschijnlijk door onze komst zocht ze de mappen en doos op en vond elders op zolder nog een doos met een heel verhaal van Agnes van den Brandeler die de geschiedenis van het huis in kaart wilde brengen. Wij kregen daar een mailtje over met voor ons relevante tekst. Agnes van den Brandeler was kunstschilder en bewoog zich ook in de wereld van jeugdboeken als illustrator o.a. van Leonard Roggeveen en van Bert Buringa en dat was ‘Madame Curie’ een boek voor kinderen. Ze speelt in mijn boek geen rol, maar daaromheen wel in verband met subsidie voor de tentoonstelling in Rhenen, subsidie van de ‘De Agnes van den Brandeler Stichting’. De huidige bewoners van ‘Het Hof’ attendeerden ons daarop. Agnes leefde van 1918 tot 2003.
Boomlandschap met op de achtergrond wasgoed aan de lijn. JAZ-1911-091
Het boek over Zandleven en zoon is geschreven en gecorrigeerd. Het binnenwerk begint zijn vorm te krijgen en het omslag is ontworpen door Robbert Zweegman. De fondsen zijn aangeschreven en van de verffabriek Zandleven (Waling Dijkstra) hebben we de toezegging dat hij een flink aantal boeken zal afnemen. We willen op verschillende plaatsen een presentatie of lezing geven. Plaatsen die in aanmerking komen omdat de Zandlevens daar een rol hebben gespeeld, zijn: Leeuwarden, Enschede, Koog aan de Zaan, Wijk aan Zee en Duin, Gorssel, Hengelo (Gelderland), Putten en Rhenen. Met de verffabriek Zandleven in Leeuwarden is afgesproken dat een presentatie in de hal van de fabriek kan. In Stads Museum Rhenen komt een expositie van medio oktober tot medio februari 2024 : ‘Zandleven en tijdgenoten’. Nu nog een aantal puntjes op de i zetten. Kijk voor het volledige schilderij in het museum http://www.zandleven.nl
Het boek over Jan Adam en zijn vader begint aardig vorm te krijgen. Het is een meerjarenproces geworden waarbij veel informatie vanuit de familie is opgenomen. In een stamboomonderzoek, opgetekend in een oud hotelboek, vonden we veel namen en jaartallen. We kregen glas-negatieven die we hebben laten afdrukken. Boven mijn computer hangen de portretten van Thomas Zandleven met zijn tweede vrouw. Daarnaast Jan Adam, Janke (zijn verloofde), zus Grietje en de broers Frits en Johan. Daarmee hebben de personen een gezicht gekregen wat heeft geholpen bij het schrijven van de tekst. Natuurlijk hielp het zoeken in kranten uit die tijd (via Delpher) enorm en dat heeft vaak een verrassende kijk op de geschiedenis gegeven.
Juli 2013 Met een map vol aantekeningen, vragen en adressen van hotels en archieven vertrokken wij naar Noord-Holland. Naast de start van een aan een hittegolf grenzende week, maakten wij een begin aan de verfijning en verdieping van al aanwezige informatie waarbij we in de archieven, voorzien van airco, nauwelijks in de gaten hadden hoe warm het buiten was. Doel: informatie verzamelen over de kunstschilder, zijn leven en werk ten einde een biografisch verhaal over hem te schrijven. Ids, (een achterneef van de schilder) heeft al heel veel informatie over zijn werk en achtergronden verzameld voor het virtuele museum www.zandleven.nl Maar er zijn nog veel onbeantwoorde vragen en raadsels in de familie. We moeten de aandrang tot diep speuren bedwingen en dat valt niet mee als je tegenkomt dat een voorvader actief was als kapitein op één van de V.O.C. schepen waarmee hij o.a. Batavia en de Westkust van Afrika aandeed in verband met het slaventransport. We blijven dichter bij huis en weten dat er naast blauw bloed ook crimineel bloed door de aderen der Zandlevens stroomde en een broer van de schilder heeft maar liefst drie keer in de gevangenis gezeten en is uiteindelijk als krankzinnige in een gesticht beland. Wat was dat met die man? Hoe kwam het zover? Een andere broer stierf jong als gevolg van een alcoholverslaving. Hoe kwam dat? Jan Adam heeft ondanks moeilijke beginjaren als kunstschilder harmonieus met vrouw en vriend geleefd. Wat was zijn kracht? Maandag 22 juli trokken we naar Koog aan de Zaan waar Jan Adam opgroeide en zijn eerste huwelijksjaren doorbracht. In Wormerveer dropten we onze koffers in een klein hotel aan de Zaan en liepen in Koog aan de Zaan door de straat waar Jan Adam geboren is en zijn hele jeugd heeft gewoond. Vader, moeder, broer Frits, zus Grietje, (Thomas, die slechts 3 maanden leefde en nog een Thomas, die het 9 maanden volhield) en het jongste broertje Johan ( de opa van Ids).
Bestevaerspad omstreeks 1900. Rechts: bakker Gobielje die beschuit en brood bakte in een takkenbossenoven en beschuiten per stuk uitventte langs de deuren en de schepen.
We maakten foto’s van de plek waarvan we dachten dat daar het huis en de kleine verffabriek van vader Zandleven moet hebben gestaan. De archieven in Zaanstad en Haarlem waren vandaag gesloten dus gingen we terug naar Wormerveer en zochten een verkoelend plekje langs de Zaan. Dinsdag op tijd op en op weg naar het Noord-Hollands Archief in Haarlem, locatie Kleine Houtweg. Hier was informatie over Frits, de krankzinnige broer, in het archief van het gesticht Meerenberg in Bloemendaal. Tot in detail vonden we terug waar hij gevangen had gezeten, in welke gestichten hij was opgenomen, de aard van zijn ziekte en zelfs een door hem zelf geschreven verslag over het verloop van zijn leven. De verslagen laten zien dat hij jaren aan zijn lot is overgelaten zonder pogingen verbeteringen aan te brengen in een ziekte waarvan de oorzaak wel werd herleid. Omdat we mooi op tijd klaar waren, bezochten we ook de locatie aan de Jansstraat om daar in de registers van de burgerlijke stand en bevolking te achterhalen waar Jan Adam en zijn vrouw na Koog aan de Zaan nog meer hadden gewoond. Volgens informele informatie in Beverwijk en Wijk aan Zee. Grappig dat ooit iemand (uit de tijd van Jan Adam) opgeschreven heeft dat het jonge paar in Beverwijk heeft gewoond. Dat is in alle later verschenen artikelen en monografieën overgenomen, maar klopt niet. Zij hebben daar nooit gewoond. Verkoeling met een biertje op een Haarlems terras en vervolgens lekker eten aan het water in Akersloot. Woensdag 24 juli De archivaris in Zaanstad was zeer hulpvaardig en sleepte alles aan wat enigszins relevant was. We wilden precies weten hoe het gezin van Jan Adams jeugd er uit zag en checken of de informatie de we al hebben klopt. Van de gestorven baby’s hadden we nog geen harde feiten en waar ze nou precies woonden in de Bestevaerstraat wisten we ook nog niet. Bovendien was er in 2004 in het tijdschrift ‘Zaans erfgoed’ een artikel geplaatst over de vriendschap van Jan Adam Zandleven en Jan Carbaat onder de titel ‘Kunstenaars van lang geleden: zijn ze vergeten?’ Aanwezig in het archief maar wonderlijk genoeg ontbrak dit nummer in de gebonden jaargang en kreeg een assistente de opdracht in een gesloten ruimte te zoeken naar losse nummers. In de vierde doos was het raak!
Achterkant van het huis van Zandleven aan de Koger Sluissloot
Een vergunningsaanvraag van Jan Adams vader voor een pakhuis op eigen terrein gaf niet alleen zicht op het Zaanse huis waar ze woonden maar ook op de plek in de straat, precies aan de ander kant van waar wij gisteren foto’s maakten omdat wij een plek bij het water zochten en niet wisten dat de achterliggende Sluisstraat de gedempte Koger Sluissloot was waaraan de verffabriek van vader Zandleven stond. Nadat we om de hoek de straat van Jan Carbaat hadden bezocht ( het huidige fabrieksterrein van Duyvis), ontdekte Ids in het straatpatroon resten van de sluismuur. Intussen wandelden twee mensen voorbij waarvan wij een flard van de conversatie opvingen: ‘Dat ( De Waakzaamheid) is het oudste houten horecabedrijf van Nederland…’ Wij naar binnen en wonderwel kende het jonge meisje de hele geschiedenis van de sluis en liet een foto van het plan zien waarop de sluis in ere hersteld wordt. Tevreden reden we naar Franeker waar we overnachting zochten in het stadslogement en deelnamen aan de gezelligheid op het terras van restaurant ‘De Doelen’.
Vandaag naar het stadsarchief van Franeker om te achterhalen in welk weeshuis Janke, de vrouw van Jan Adam, had gewoond. De archivaris was telefonisch voorbereid en had alle zoekwerk al gedaan wat ons de mogelijkheid om ook op zijpaden te zoeken ontnam. Hij vertelde over de geschiedenis van het weeshuis. Er waren er twee in Franeker en één in Tzummarum. Die laatste was niet bekend bij de archivaris. (‘ik ben geen echte archivaris, dat is een te groot woord voor mij’). Hij had een artikel over het weeshuis (liggend tegenover ‘De Doelen’ waar we gisteren op het terras zaten.) gekopieerd en een overzicht van het bevolkingsregister waaruit we konden lezen dat Janke en haar broer, de twee jarige Klaas, een maand na Jankes geboorte (moeder stierf in het kraambed) ergens in Oosterwolde zijn ondergebracht. Voor meer informatie over het weeshuis moesten we naar het archief Tresoar in Leeuwarden. De archivaris nam afscheid met de mededeling dat het weeshuis populair was deze week en dat we de tweede waren die om informatie uit deze periode vroegen.
In Leeuwarden werden we bij de receptie al geïnformeerd over de aanwezigheid van een ander echtpaar met een soortgelijke vraag en dus met de documentatie, die wij zochten op tafel. In het bevolkingsregister van het Diaconie-Weeshuis van Franeker lazen we dat Janke en broer Klaas op 27 januari 1876 zijn ingeschreven. Respectievelijk 3 en 5 jaar oud. Janke is daar gebleven tot oktober 1891. Ook het andere echtpaar scoorde resultaat en nadat we namen hadden uitgewisseld vertelde de man dat hij muziekles had gehad van een mevrouw Zandleven en dat was de halfzus van Jan Adam. Een dochter uit vaders tweede huwelijk. Leuk, maar de grootste verrassing moest nog komen. Vrijdag, na een nacht in het Oranjehotel van Leeuwarden, reden we naar het Groninger Archief met maar één doel: is het waar dat Jan Adam als 15 jarige bijna een jaar in Groningen heeft gewoond en waar en waarom? Hij heeft daar inderdaad gewoond bij de familie Penaat. (Penaat was koopman en waarschijnlijk een zakenrelatie van Jan Adams vader). Jan Adam stond te boek als schildersknecht en is daar vermoedelijk door zijn vader heen gestuurd om het boekhouden te leren. We hadden een kamer in het Schimmelpenninck Huys waar het vakantiegevoel met enorme sprongen toenam. Hier wil ik wel een keer een week verblijven, midden in het heerlijke centrum. Natuurlijk hebben we een terrasbezoek aan de ‘Drie gezusters’ niet aan ons voorbij laten gaan. Zaterdag als afsluiter naar het Groninger museum waar we een echt cadeautje kregen in de tentoonstelling van ‘De collectie Veendorp; levenswerk van een zorgvuldig verzamelaar’. Daar hing een werk van Jan Adam Zandleven uit 1917, de geabstraheerde paddenstoelen uit de periode Putten. Jan Adam tussen het werk van Isaac Israels en Jan Toorop:
Tevreden reden we terug naar Overijssel. In het archief van Putten konden we de koopakte van een enorm stukgrond met bos niet vinden. Wel de verkoopakte en de bouwtekening van “villa Zandleven’ een landhuis van formaat. We proberen nog te achterhalen hoe de twee bevriende kunstschilders aan het geld kwamen waarmee zij zich dit permitteerden. In het archief van Harderwijk en Amersfoort zou de koopakte te vinden zijn en een kopie werd ons per omgaande per mail toegestuurd. Als meest actuele aanwinst vond ik op de Deventer boekenmarkt een boek over het gesticht Meerenberg uit de tijd dat de broer van Jan Adam daar zat.